Op 17 juni 2020 is de Verzamelwet Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor 2021 voorgesteld. Een zeer opvallende passage is dat de garantsteller bij WGA-eigenrisicodrager, een bank of verzekeraar, ook zal worden aangemerkt als medebelanghebbende en dus in die zin op gelijke positie wordt gesteld als de werkgever.

Dit levert in de praktijk een aantal uitvoeringsverbeteringen aan voor de verzekeraar doordat het UWV WIA-beslissingen naar de garantsteller moet gaan sturen. Tevens kan de garantsteller verzoeken tot herbeoordelingen én beroep en bezwaarprocedures kan voeren.

Artikel 103, onderdeel c van De Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) zal daarom worden aangepast naar: de medebelanghebbende: de werkgever of de bank of verzekeraar, bedoeld in artikel 40, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen in de situaties, genoemd in artikel 84, vierde lid.

Het een en ander is in een versnelling gekomen door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 5 maart 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:655) waaruit volgt dat een garantsteller een zelfstandig belang heeft bij een uitkeringsbesluit inzake de WIA als de werkgever die WGA-eigenrisicodrager is, failliet is, in een schuldsanering verkeert óf is opgehouden werkgever te zijn (zie art. 84, lid 4, van de WIA). Als gevolg van deze uitspraak moet het UWV kopie WIA-beslissingen naar de garantsteller van deze werkgever sturen. Betreffende garantsteller kan dan vervolgens zelf procederen en zelfstandig een aanvraag doen voor bijvoorbeeld een herbeoordeling. Hierdoor heeft de wetgever ingezien dat er een beschouwing van wetsartikelen, waarbij de vraag is of voor eigenrisicodrager of werkgever óók de garantsteller gelezen dient te worden, dient plaats te vinden.

Bron: Rijksoverheid

Classen Consultancy ondersteunt u bij sociaal juridische vraagstukken